Heb je geen zware baardgroei? Dit is waarom
Waarom heeft de ene man een baard als een kokosmat terwijl de andere man niet verder komt dan een paar zielige sprieten die op een willekeurige plek uit de wang steken? De wetenschap lijkt het mysterie van de baardgroei steeds beter te kunnen verklaren.
In tegenstelling tot wat je wellicht denkt zijn de werking achter de mate en vorm van lichaams- en gezichtsbeharing voor de wetenschap op veel gebieden nog een groot vraagteken. Men weet dat ras en afkomst een belangrijke rol spelen: zo heeft een man uit het middenoosten doorgaans een sterkere baardgroei dan een man uit Azië. Maar hoé dit precies komt, is nog lang niet in kaart gebracht. Voor het eerst heeft een grootschalig onderzoek de genen en enzymen gevonden die verantwoordelijk lijken voor de mate en vorm van beharing.
Krullend haar
Krullend haar wordt zeer waarschijnlijk bepaald door het gen PRSS53. Dit enzym werkt in het deel van het haarzakje dat de groeiende haarvezel vormgeeft. Met andere woorden: in dit vroege stadium wordt bepaald of een haar gaat krullen of niet. Zo zagen wetenschappers dat de werking van PRSS53 bij inheemse Amerikanen en Aziaten zorgt voor stijl haar.
Die vervelende unibrow
Nog zo’n mysterie: die gehate ‘unibrow’: die hardnekkig doorlopende wenkbrauw. Wellicht probeer je een samenhang te vinden tussen die unibrow en overige gezichtsbeharing. Niet nodig, zegt de wetenschap, want onderzoekers van University College Londen ontdekten dat er één specifiek gen is dat zorgt voor de aanwezigheid van de unibrow: het PAX3-gen.
Hoe zit het dan met die baardgroei?
Je voelt ‘m waarschijnlijk al aankomen: ook de baard heeft een specifiek gen dat bepaalt hoe sterk de groei aanwezig is. Dit gen is genaamd EDAR. Het EDAR gen, een proteïne die celgroei reguleert, is zeker nog niet volledig ontleed maar bepaalde specifieke werkingen zijn al wel in kaart gebracht. Zo speelt dit gen een belangrijke rol in de vroege ontwikkeling van embryo’s én is inmiddels bekend dat er minimaal twee variaties van dit gen zijn.
Europeanen en Afrikanen hebben bijvoorbeeld een variatie die bij Aziaten niet tot zelden voorkomt. Zo hebben Aziaten veelvuldig een EDAR-mutatie genaamd 370A. Eerder bleek dit bij vrouwen al van invloed op de grootte van hun borsten. Het is een mogelijke verklaring waarom Europese vrouwen gemiddeld gezien grotere borsten hebben dan Aziatische vrouwen. Ook bij mannen zijn er parallellen te vinden aan eerdere conclusies waardoor het aannemelijk is dat het EDAR-gen invloed heeft op de baardgroei. Dit lijkt dan ook een logische verklaring waarom Aziatische mannen vaak niet veel baardgroei hebben.
De wetenschappers zijn nog voorzichtig in hun conclusies en benadrukken dat er nog andere (onontdekte) invloeden kunnen zijn. Dát het EDAR-gen invloed uitoefent, is nu wel bewezen. Mocht die invloed inderdaad groot blijken te zijn, dan zou dit kunnen betekenen dat de mate van jouw baardgroei wellicht al tijdens jouw embryofase wordt bepaald. Met andere woorden: dan kun je doen en laten wat je wilt, je zult het moeten doen met wat je hebt.