Michiel Hekkens
Michiel Hekkens Sport 14 aug 2024
Leestijd: 2 minuten

Zo vaak zit de VAR ernaast bij buitenspel en de oplossing is simpel

Elke keer dat de VAR een goal afkeurt omdat de aanvaller een paar centimeter buitenspel staat, gooit men in feite een muntje op. De ene keer is het buitenspel en de andere keer niet. In dit artikel leggen we uit hoe het zit én wat we hieraan kunnen doen.

Het falen van de VAR bestaat in het veelvuldig annuleren van goals waarbij iemand slechts een paar centimeter buitenspel staat, terwijl ze dit helemaal niet zo precies kunnen meten.

Het falen van de VAR bij buitenspel

Hoe dat zit, werd mooi uitgelegd in een recent artikel in NRC.

Stel: een spits rent met 18 kilometer per uur richting de goal. Dit is gelijk aan vijf meter per seconde of een halve centimeter per milliseconde. Om te kunnen zien of een spits één centimeter buitenspel staat, moet de VAR het moment van de pass tot op twee milliseconden nauwkeurig kunnen vaststellen. Dit kunnen ze niet.

Een paar centimeter buitenspel VS. de beeldfrequentie van het scherm

De VAR kijkt naar een beeldscherm dat 60 beeldjes per seconde weergeeft. Tussen twee beeldjes zit telkens een gat van 20 milliseconden waarin de werkelijkheid ontglipt aan de techniek. Dit is tien keer zo lang als de toegestane foutmarge om te kunnen bepalen of iemand een centimeter buitenspel staat.

Het stilstaande frame dat overeen zou moeten met het moment van passen, heeft in werkelijkheid tien milliseconden eerder óf later plaatsgevonden. Als we uitgaan van een gemiddelde afwijking van 5 milliseconden, betekent dat de aanvallende speler in werkelijkheid 2,5 centimeter verder naar voren of naar achteren stond dan op beeld te zien is.

Resumé: als Lukaku zijn afgekeurde EK-goal nog eens zou maken op precies dezelfde manier, kan het goed zo zijn dat het dan opeens geen buitenspel meer is. Twee identieke situaties kunnen nét iets anders vertaald worden naar beeld, waardoor de knieschijf van Lukaku zich op een andere plek bevindt.

De oplossing voor het falen van de VAR

De oplossing die in NRC wordt geopperd voor de schijnobjectiviteit van de VAR is even simpel als elegant. Bij het bepalen van buitenspel moet de foutmarge worden meegenomen in het voordeel van de aanvallende partij.

Pas als de aanvaller méér dan 2,5 centimeter buitenspel staat, kan met zekerheid gezegd worden dat hij buitenspel staat. Bij een kleiner verschil is het niet vast te stellen. Hierdoor krijgt de aanvallende ploeg het voordeel van de twijfel.

Vorige week maakten we ons al druk over de Olympische Spelen, die steeds saaier worden.

Schrijf je in voor Manners Weekly!

Elke vrijdag echte verhalen regelrecht in je mailbox.