Noah Korevaar Geld & Carrière 19 mrt 2025, 10:32

Leestijd: 3 minuten

Met deze beroepen verdienen vrouwen meer per uur dan mannen

De loonkloof tussen mannen en vrouwen blijft een hardnekkig probleem op de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar hoe zit dat eigenlijk in de wereld van zelfstandige professionals? Hebben vrouwelijke ZZP’ers het heft in eigen handen genomen door hogere tarieven te vragen of blijft de ongelijkheid ook bestaan ook als je je eigen baas bent?

We duiken in de cijfers van het Knab Zzp Uurtarievenboekje 2025 om uit te zoeken of er nog steeds sprake is van een (tarief)kloof tussen mannelijke en vrouwelijke zelfstandigen. Het resultaat stelt helaas teleur, al zijn er verrassende uitzonderingen.

ZZP-tarieven: mannen versus vrouwen

Uit het onderzoek blijkt dat over de hele linie mannelijke ZZP’ers gemiddeld nog altijd een hoger uurtarief hanteren dan hun vrouwelijke tegenhangers. Waar mannelijke zelfstandigen gemiddeld circa 87 euro per uur vragen, ligt dit gemiddelde bij vrouwelijke ZZP’ers rond de 78 euro. Een verschil van ongeveer 11 procent.

Dit verschil is een stuk kleiner dan de traditionele loonkloof in loondienst (die nog steeds rond de 18 procent ligt), maar het is duidelijk dat volledige gelijkheid nog niet is bereikt.

Sectoren waar vrouwen juist meer verdienen

Opvallend is dat er in verschillende beroepsgroepen vrouwelijke ZZP’ers juist hogere tarieven hanteren dan mannen. Deze interessante tegenbeweging vinden we in de volgende sectoren:

1. Veiligheidskundigen – Vrouwelijke veiligheidskundigen vragen gemiddeld 98 euro per uur, terwijl hun mannelijke collega’s op 89 euro blijven steken – een verschil van bijna 10 procent in het voordeel van vrouwen.
   
2. Ingenieurs – Vrouwelijke zelfstandige ingenieurs rekenen gemiddeld 96 euro, tegenover 90 euro bij mannen.
   
3. Inkopers – Een vrouwelijke ZZP’er in de inkoopsector vraagt gemiddeld 100 euro, terwijl mannelijke inkopers gemiddeld 98 euro rekenen.
   
4. Data-analisten – Hier is het verschil weliswaar klein, maar vrouwen (94 euro) vragen nog steeds iets meer dan mannen (93 euro).
   
5. Arts – Het grootste absolute verschil zien we bij artsen: vrouwelijke artsen rekenen weliswaar gemiddeld 96 euro, terwijl mannelijke artsen 133 euro vragen – een verschil van 38 procent. Dit wordt echter sterk beïnvloed door specialisatie; vrouwelijke artsen werken vaker als huisarts (lager tarief) en mannelijke artsen vaker als psychiater of specialist (hoger tarief).
   

De hardnekkige realiteit

De grootste verschillen in het nadeel van vrouwen vinden we in de volgende beroepsgroepen:

1. Artiest – Mannelijke artiesten vragen gemiddeld 84 euro per uur, terwijl vrouwelijke artiesten genoegen nemen met 59 euro – een verschil van maar liefst 42 procent.
   
2. Administrateur – Mannelijke administrateurs rekenen 67 euro per uur, hun vrouwelijke collega’s 54 euro – 24 procent verschil.
   
3. Docent – Mannelijke docenten vragen 72 euro tegenover 61 euro bij vrouwen – een kloof van 18 procent.
   
4. Journalist – Mannelijke journalisten hanteren een tarief van gemiddeld 63 euro, vrouwelijke journalisten 56 euro – 12,5 procent verschil.
   
5. Marketeer – Bij marketeers vragen mannen 86 euro en vrouwen 78 euro – een verschil van ruim 10 procent.
   

Verklaringen voor de grote verschillen

De oorzaken voor deze hardnekkige verschillen zijn complex en niet simpelweg terug te voeren op directe discriminatie. Uit het Knab-onderzoek blijkt dat meerdere factoren een rol spelen.

Onderhandelingsstijl – Slechts 38 procent van de vrouwelijke ZZP’ers vindt zichzelf goed in onderhandelen, tegenover 57 procent van de mannen. Dit durven vragen van een hoger tarief maakt een significant verschil.

Specialisatiekeuze – Binnen beroepen kiezen vrouwen en mannen vaak voor verschillende specialisaties, waarbij vrouwen vaker terechtkomen in minder lucratieve niches.

Ervaring – Mannelijke ZZP’ers die meededen aan het onderzoek hebben gemiddeld 2,3 jaar meer werkervaring dan vrouwelijke zelfstandigen, wat een deel van het tariefverschil verklaart.

Declarabele uren – Vrouwelijke ZZP’ers werken gemiddeld 24 uur per week declarabel, terwijl mannen op 31 uur zitten. Dit verschil in volume heeft indirect invloed op tariefstelling.

Positieve ontwikkelingen

Toch is er ook goed nieuws. De tariefkloof is sinds 2020 met ruim 7 procentpunt gedaald (van 18 procent naar 11 procent). Vooral in de IT-sector en bij creatieve beroepen zien we dat de verschillen snel kleiner worden. Top! Bij software developers is het verschil inmiddels zelfs gedaald tot slechts 2 procent.

Ook bemoedigend: vrouwelijke ZZP’ers verhoogden in 2024 vaker hun uurtarief dan mannelijke ZZP’ers (68 procent vs 61 procent), wat wijst op een inhaalslag. Juich echter niet te vroeg: we hebben nog een zeer lange weg te gaan. Alle beetjes helpen, dus check ook wat de beste kleuren zijn om aan te trekken als je een nieuwe baan of ZZP-klus binnen probeert te halen.