Thomas Aalderink Auto's 12 apr 2018, 16:03

Leestijd: 5 minuten

Een tweedehands auto invoeren vanuit Duitsland: waarom en hoe?

De Nederlandse tweedehands automarkt is een waar paradijs voor autoliefhebbers. Het aanbod is enorm en de prijzen zijn scherp, maar het kan nog beter. Het loont namelijk om in je zoektocht naar een nieuwe auto ook de grens over te gaan. Vooral Duitsland is ongekend. In dit artikel leggen we uit waarom dat zo is en hoe je een Duitse auto naar Nederland haalt.

Naar Duitsland gaan om een occasion te halen, kost wat meer moeite. Toch gaan we ieder jaar massaal de grens over om een tweedehands auto te kopen bij onze Oosterburen. Waarom? Omdat het voordeel absoluut opweegt tegen dat beetje extra moeite wat je moet doen.

De voordelen van een tweedehands auto uit Duitsland

Om te beginnen is er de prijs. Nieuwe auto’s zijn nu eenmaal goedkoper in Duitsland dan bij ons. Hierdoor zijn ook de tweedehands auto’s een stuk goedkoper dan in Nederland. Je moet nog wel invoerrechten betalen, maar zelfs dan is het vaak nog steeds voordeliger om een auto uit Duitsland te halen. Naast de lage prijs heb je ook nog eens meer keuze. In Duitsland rijden natuurlijk aanzienlijk meer auto’s rond dan in Nederland, dus belanden er ook meer op de tweedehandsmarkt.

Wat voor veel mensen ook een belangrijke reden is om een auto te importeren, is de luxe. Duitsers houden van auto’s en omdat ze relatief goedkoop zijn, gaan er meer rijk uitgevoerde bolides over de toonbank. Lederen bekleding, cruise control, parkeersensoren, verwarmde stoelen en ga zo maar door. Bijna alle tweedehands auto’s zijn, zeker voor Nederlandse begrippen, ongekend luxe en rijk uitgerust.

Tot slot zijn tweedehands auto’s uit Duitsland vaak ook beter onderhouden. Zoals we al zeiden zijn veel Duitsers gek op auto’s en dus willen ze dat ‘ie in een topconditie blijft. Reken er maar op dat de meeste auto’s die je vindt op de Duitse markt, netjes bij een dealer onderhouden zijn. Dit kan je in de toekomst een hoop geld gaan schelen.

Zelf regelen of laten doen

Het mag duidelijk zijn dat er veel voordelen zitten aan het importeren van een auto uit Duitsland, maar het kost wel wat meer moeite. Je kunt dit volledig uit handen laten nemen door gespecialiseerde bedrijven. Zij regelen het gehele proces of een deel daarvan, maar het is natuurlijk voordeliger om zoveel mogelijk zelf te doen.

Het eerste deel van de koop is net zoals je dat in Nederland zou doen. Je maakt een testrit, inspecteert de auto, eventueel onderhandel je over de prijs en vervolgens betaal je. Let wel op dat je de juiste papieren krijgt. In Duitsland hebben ze twee papieren die belangrijk zijn. Een Fahrzeug-brief en een Zulassungsbescheinigung. Hierop staan alle voertuiggegevens. Het verschil is dat de eerste uitgebreider is en door de eigenaar thuis bewaard wordt. De Zulassungsbescheinigung moet aanwezig zijn in de auto.

De grens over in je occasion

De kentekenplaten krijg je niet mee omdat die bij de eigenaren horen. Je krijgt dus een auto zonder nummerbord. Als je de auto zelf naar Nederland wil rijden, zul je dus een tijdelijk Duits kenteken moeten regelen (hoe dat werkt, lees je hier). Verder kun je de eigenaar ook nog vragen om een Haupt Untersuchung (soort APK), een Abgas Untersuchung (controle uitlaatgasemissie) en een Fahrzeug-brief.

Dan heb je ineens een Duitse auto. Die moet naar Nederland en dat kun je op twee manieren doen. De gemakkelijkste manier is om hem op een trailer te zetten of  op laten halen door een transportbedrijf. Je moet dan alleen wel met een trailer mogen rijden of geld voor het transport willen neertellen.

Je kunt je nieuwe auto ook zelf over de grens rijden. Zo kun je hem meteen goed testen op de Duitse Autobahn, maar pas wel op! Er zijn namelijk een paar dingen waar je rekening mee moet houden. Het is door de strenge regels in Nederland strikt verboden om als Nederlander in een auto met een buitenlands kenteken te rijden. Zelfs niet met een tijdelijk kenteken. Doe je dit wel, dan riskeer je een hele flinke boete.

Wat je wel kunt doen is tot aan de grens rijden met het tijdelijke kenteken en vervolgens gebruik maken van een eendagskenteken. Deze kun je hier aanvragen en vergeet niet om ook een verzekering te regelen. Vervolgens rij je direct door naar één van de zestien RDW-stations. Klik hier om te zien welke voor jou het beste op de route ligt. Alleen als je auto ouder is dan dertig jaar, moet je een afspraak maken. Anders kun je ook gewoon binnenlopen, maar dan moet je wel voor 12:00 aangemeld zijn bij de balie.

BPM betalen

Het RDW controleert de identiteit van de auto en heeft daarom het kentekenbewijs nodig. De kosten zijn honderd euro en vaak is dit redelijk snel geregeld. Het RDW verzorgt vervolgens de aanvraag voor een nieuw kenteken-card, maar dan moet wel eerst de BPM betaald worden. Je moet dit zelf regelen via de belastingdienst. Hier staat precies omschreven hoe je dat doet.

Hoeveel BPM je nog moet betalen, kan flink verschillen. Via een BPM Calculator kun je alvast berekenen hoeveel het ongeveer gaat kosten. Voordat dit moment is aangebroken, moet je eerst met je aangifte weer naar het RDW. Hier krijg je een verklaring van het RDW die je samen met de BPM-aangifte in een envelop stopt en vervolgens in de daarvoor bestemde bus op het RDW-kantoor gooit.

De laatste stap

Ongeveer een week later valt je kentekenbewijs op de mat en ben je weer een stapje dichterbij het rijden in je nieuwe auto. Met dit bewijs ga je naar een bedrijf die kentekenplaten maakt om voor een paar tientjes je eigen plaat te laten maken. Ondertussen regel je een verzekering voor je nieuwe auto. Zodra dat allemaal geregeld is mag je eindelijk gaan genieten van je tweedehands Duitse auto.

ANWBAutoweek