Tristan en Aiden gaan roeiend de atlantische oceaan over, met een doel
Ruim een maand – misschien wel twee – op de oceaan. En de enige manier om naar de overkant te komen, is roeien. Veel roeien. Dat is wat Team Migaloo, bestaande uit Tristan Sim en Aidan Scherpbier, de komende tijd te wachten staat. Zij gaan namelijk roeiend de oceaan over, voor de Talisker Whisky Atlantic Challenge. „Defensie kwam eraan te pas, om ons zo goed mogelijk te trainen.”
Zo’n tocht van ongeveer 5000 kilometer, dat doe je niet even. Dat vergt intense training én een hoop doorzettingsvermogen. Het avontuur van Tristan en Aidan begon namelijk al in 2017, toen één van hen het idee opperde. Nu, vier jaar later, zijn ze dan echt klaar voor de start. Zondag 12 december starten zij vanuit de Canarische Eilanden, ruim een maand later hopen ze aan te komen in Antigua. 36 teams doen mee, in totaal. Tristan en Aidan zijn één van de tien duos. Andere mensen doen het met vier of drie mensen, sommigen helemaal alleen.
Atlantic Challenge: roeiend de oceaan over
Veel mensen die dit lezen, zullen denken: ‘Wáárom?’ Daar kunnen de twee mannen erg kort over zijn: „We willen bewustwording creëren over hoe belangrijk het is om de oceanen te beschermen. Ze zijn natuurlijk hartstikke mooi, maar ook superbelangrijk, en niet iedereen weet dat. Dat het Amazonegebied goed is voor veel van de zuurstof op de wereld, weten mensen wel, maar weinig mensen weten dat de andere helft uit de oceaan komt.”
Een week na de start vertrekt er dan ook een zeilschip, dat dezelfde route vaart als de teams die aan de Atlantic Challenge meedoen, en meet hoeveel microplastics er in het water zitten. Tristan: „Je kunt er wel over vertellen, maar als je ook nog de cijfers hebt én er een heel vet verhaal bij kunt vertellen, hangen die kids echt aan je lippen.” De afgelopen tijd zijn ze al flink bezig geweest op scholen. Zo’n 3000 jongeren, in de leeftijd van 5 tot en met 25 jaar oud, hebben ze al bereikt. Tristan en Aidan creëren bewustwording, de jongeren doen kleine projectjes voor ze, zoals het maken van een logo.
Hoge golven, slaaptekort en honger
Om heelhuids de overkant te bereiken, hebben de mannen heel wat getraind. „We kregen zelfs hulp van defensie”, vertelt Aidan. „Zij zijn enorm getraind in stressvolle situaties, en we hebben een aantal dingen met hen geoefend. Zowel in theorie als in de praktijk, bijvoorbeeld op de Noordzee. We weten nu hoe we omgaan met stress en hoe we in die situaties reageren.”
De tocht is namelijk niet bepaald ongevaarlijk. Onderweg komen de mannen golven tegen van vier meter hoog, zo is de voorspelling, en liggen slaaptekort, honger en zelfs hallucinaties op de loer. Wat het nog gevaarlijker maakt: ze doen dit helemaal alleen. Er vaart geen safetyboot mee, die kan ingrijpen wanneer het gevaarlijk wordt. Tristan: „We hebben natuurlijk wel veiligheidsmaatregelen genomen. Zo hebben we een satteliettelefoon, waarmee we iedereen ter wereld kunnen bereiken, maar ook andere boten, bijvoorbeeld. Er is één heel belangrijke regel op zee: dat je elkaar altijd helpt. Daar vertrouwen we dus ook op.”
Daarnaast hebben de roeiers een ‘beacon’ mee, die, in geval van nood, hun coördinaten verstuurt naar een contactpersoon in Engeland. Vanuit daar wordt dan een search and rescue opgestart. „Ze komen ons dan zoeken met schepen en eventueel ook vliegtuigen, helikopters en de marine.” Maar de mannen hebben er vertrouwen in dat het tot zover niet zal komen.
‘Boot is praktisch onzinkbaar’
Waar dat vertrouwen deels vandaan komt, is hun boot. „Als er geen drie boten over ons heen varen en we niet in brand staan, is de boot eigenlijk onzinkbaar. Daar hebben we alle vertrouwen in. De ontwerper van de boot, Koen de Gazelle, is ook echt een vakman met oog voor detail, dus aan de boot twijfelen we niet.”
Veel ruimte hebben ze echter niet. De boot is weliswaar 8,5 meter lang, maar slechts 1,5 tot 2 meter breed. Voor twee volwassenen mannen zal dat even wennen zijn. Daar komt bij dat de levensbehoeftes ook vervuld moeten worden. „Aan het einde van de tocht zullen we geen geheimen meer hebben voor elkaar”, grapt Aidan.
Om de tocht vol te kunnen houden, hebben de roeiers een schema opgesteld. „Het meest gangbare schema is twee uur roeien, twee uur rusten. Dat kunnen we 24 uur volhouden. Gang is alles, we moeten echt in beweging blijven. Onze autopiloot stuurt ons de goede kant op, maar als je niet beweegt, kan die ook niet sturen”, vertelt Aidan. „Als je wakker wordt, ga je eigenlijk meteen aan de slag. De zonnepanelen moeten schoon, we moeten water koken en eten maken voor de hele dag, maar als je hebt geroeid moet je jezelf ook schoonmaken, anders heb je kans op infecties.”
Sterrenhemel, volle maan, walvissen, dolfijnen: één groot avontuur
Het is hard werken dus, maar voor de mannen vooral een groot avontuur, waar ze naar uitkijken. „Rust, ruimte, kalmte, de elementen, het weer”, somt Aidan op. „Na één week hebben we al volle maan, en dat lijkt me enorm mooi, maar ook avonden waarop de maan minder fel schijnt, kijk ik naar uit. Je hebt nergens anders zo weinig horizonvervuiling, waardoor je de sterrenhemel dus perfect kunt zien.” Maar ook ‘rustige dagen’ zijn welkom. „We hopen zeker het oceaanleven te zien, bijvoorbeeld walvissen, dolfijnen of schildpadden.”
Toch zijn er ook wat dingen die mogelijk een struikelblok vormen. Tristan: „De kans is groot dat we zeeziek worden, ook al zijn we dat nog nooit geweest. De eerste week moet je sowieso acclimatiseren aan extreme omstandigheden, zoals slaaptekort, golven van zo’n vier meter hoog en mogelijke zeeziekte. Dat is heel naar, want dan voel je je echt doodziek. Een dag of 2 is oké, maar als dat langer duurt kan het ook gevaarlijk worden voor je gezondheid.”
Daarnaast zijn de mannen extreem afhankelijk van het weer, zo kunnen ze onderweg een storm tegenkomen. „Het orkaanseizoen is gelukkig voorbij”, zegt Tristan. „Dat eindigt in november, daarom starten we nu pas. De kans dat we een orkaan tegenkomen is heel klein, maar zulke extreme weersomstandigheden zijn wel erg spannend.”
Atlantic Challenge ‘onder de veertig dagen’ voltooien
Dertig tot zestig dagen duurt de overtocht dus. Maar Team Migaloo zit niet te wachten op een reis van twee maanden. „Alles onder de veertig dagen is super”, zegt Aidan. „Maar we zijn heel erg afhankelijk van het weer.” Daarom is er ook een weerman van de partij, die normaliter op Antartica zit. „Hij heeft al gezegd dat er geen normale Passaatwind is, dus het wordt een bijzondere week. Dat kan goed uitpakken, of juist niet.”
Elke dag stuurt de weerman een sms naar de sateliettelefoon, met daarop de weersvoorspelling en de koers die ze moeten varen. „Hij baseert zich op theorie, dus het kan zijn dat we er een paar graden van afwijken. Maar met die feedback wordt zijn advies elke dag nauwkeuriger.”
Geen vakantie
Ook de zon is van immens belang, want alle stroom die Tristan en Aidan gebruiken, komt via zonnepanelen. En die stroom is in sommige gevallen van levensbelang. „We hebben een watermaker, die van zout water zoet water maakt. Daar kunnen we dus echt niet zonder. Maar als het lang bewolkt is, zullen we keuzes moeten maken over de apparaten die we gebruiken. Het kan dat we dan de radio of de autopiloot uit moeten zetten.”
Het eindpunt is Antigua, in het Caribisch gebied. Prima plek voor vakantie, zou je denken. Maar of dat erin zit, ligt maar net aan de snelheid van de tocht. „Hoe sneller het gaat, hoe langer we daar kunnen zijn”, zegt Tristan. „We willen er natuurlijk wel even zijn en ervan kunnen genieten. Maar we moeten ook ervoor zorgen dat de boot in orde is en dat die weer op transport naar Nederland gaat.” En, nuchter: „We moeten ook ooit weer werken.”