Sterkste inflatie in 20 jaar: 5 essentiële vragen aan een econoom
Volgens cijfers van het CBS waren goederen en diensten voor Nederlanders in oktober 3,4 procent duurder dan een jaar eerder.
Dit is de sterkste inflatie sinds april 2002. Waardoor komt dit? En misschien nog wel belangrijker: hoe gaan we dit voelen in onze portemonnee? En wat voor invloed heeft dit op ons spaargeld?
Vijf vragen (en antwoorden) over inflatie
We vragen het Marcel Klok, macro-econoom Nederland bij ING.
1. Wat is inflatie?
Een kleine opfrisser, wat is inflatie ook alweer precies? „De inflatie is simpelweg de gemiddelde prijsstijging van alles wat consumenten bij elkaar aan producten en goederen kopen”, zegt Klok. „Als inflatie hoog is, betekent dat dus dat je voor hetzelfde bedrag, bijvoorbeeld 100 euro, minder spullen kunt kopen dan voorheen.”
2. Waarom is de stijging nu zo sterk?
De grootste boosdoeners voor de sterke stijging van de inflatie zijn de hoge prijzen voor energie en brandstof. „Die 3,4 procent is een vergelijking met oktober vorig jaar, toen we diep in de coronacrisis zaten en energie en brandstof juist bovengemiddeld goedkoop waren”, legt Klok uit. Inmiddels is de economie weer hersteld en zijn de prijzen om verschillende redenen juist bovengemiddeld hoog. Het resultaat? Een sterke stijging van 3,4 procent sinds vorig jaar.
3. Hoe erg gaan Nederlanders dit voelen in de portemonnee?
Veel mensen gaan ervan uit dat hoge inflatie betekent dat ze op elk gebied meer kwijt zijn, maar dat is niet per se zo. In de supermarkt zullen we er bijvoorbeeld niet veel van merken. Van de 3,4 procent stijging in inflatie, werd maar 0,04 procentpunt veroorzaakt door voeding.
Hoe erg je de sterke stijging van inflatie in je portemonnee voelt, is afhankelijk van je eigen situatie. „Wanneer je in een grote benzineauto rijdt of in een groot slecht geïsoleerd huis woont, dan ga je het zeker voelen in je portemonnee”, zegt Klok. „Maar stap je vaak op de fiets en is je huis goed geïsoleerd? Dan is jouw persoonlijke inflatie veel lager dan die 3,4 procent.”
4. En wat betekent de hoge inflatie concreet voor ons spaargeld?
„Elke euro die je vastzet op je bankrekening, wordt naarmate de tijd verstrijkt minder waard, zolang de inflatie hoger ligt dan de spaarrente”, zegt Klok. „Dat noemen economen negatief reële rente.”
Als de spaarrente hoger zou zijn dan de inflatie, dan wordt je spaargeld elk jaar meer waard. Maar we spreken momenteel van een historisch lage spaarrente. Ons spaargeld wordt daarom juist minder waard. Sparen kost je dus koopkracht.
Stel, je hebt 30.000 euro op je bankrekening staan, je hebt een spaarrente van 0,00 procent en de inflatie blijft een jaar lang op 3,4 procent? Dan kun je over een jaar voor 986 euro minder aan spullen kopen. De ‘reële waarde’ van je spaargeld is dan namelijk 29.014 euro.
5. Blijft de inflatie zo hoog?
Dan is de laatste vraag die je waarschijnlijk nog hebt: blijft het inflatiecijfer zo hoog? De ING verwacht dat het cijfer de komende maanden nog hoog blijft, maar vanaf de tweede helft van 2022 gaat afnemen. „De energieprijzen zullen volgend jaar lager worden, verwachten we”, zegt Klok. „Bovendien compenseert de overheid een deel van de hoge energieprijzen, onder andere door de belasting op energie te verlagen. Dat zal er ook voor zorgen dat de inflatie afneemt.”
„Het is niet zo dat de spaarrente ineens hoger zal zijn dan de inflatie”, benadrukt hij. „Maar ze zullen in ieder geval dichter bij elkaar liggen.”