Onderhandelen over je salaris: 4 dingen die je NIET moet zeggen
Onderhandelen is een kunst, die we helaas niet leren op school. Als we uit de schoolbanken zijn en op zoek gaan naar onze eerste baan, worden we meteen in het diepe gegooid. Maar niet alleen dan, voor veel mensen blijft een onderhandeling hun hele leven lastig. Vooral als het om salaris gaat.
Natuurlijk zijn er ook genoeg dingen die je juist wél moet doen voor of tijdens een onderhandeling, zoals een goede voorbereiding en af en toe stiltes laten vallen.
Dit moet je niet zeggen tijdens het onderhandelen over salaris
In dit artikel focussen we ons op wat je vooral niet moet doen. Vier dingen om niet te zeggen tijdens het onderhandelen over je salaris.
1. “Ik accepteer (je eerste bod)”
Dit is waarschijnlijk de meest gemaakte fout: helemaal niet onderhandelen. Zelfs als je het spannend vindt of het eerste bod fantastisch vindt, zou je niet het eerste bod van je (toekomstige) werkgever moeten accepteren. Onthoud: de persoon tegenover verwacht dat je gaat onderhandelen. Het is dus helemaal niet gek of ondankbaar als je niet meteen het eerste bod accepteert.
2. “Ik weet natuurlijk niet of je ruimte in het budget hebt of dat het misschien nu niet de juiste timing is”
Dit is natuurlijk een voorbeeld, maar hiermee proberen we te zegen dat zelfverzekerd in je schoenen staan de sleutel is. Als jij zo’n opmerking als hierboven maakt, leg je als het ware de woorden in hun mond. Probeer onzekere en woorden als ‘misschien’ te vermijden.
Wanneer het vanwege corona bijvoorbeeld niet de juiste timing is, hoor je dat vanzelf wel. Maar vergis je niet, bij veel bedrijven kan ook dit jaar gewoon onderhandeld worden.
3. “Ik heb een hoger salaris nodig, want ik moet [persoonlijke reden]”
Of je nou een torenhoge studieschuld hebt, een huis wil kopen op deze oververhitte woningmarkt of spaart voor een ander groot doel, maak deze opmerking niet. We hebben allemaal huur of hypotheek, boodschappen en verzekeringen die we moeten betalen.
Dat is niet waarom je vraagt om een hoger salaris. Als het goed is, zit er een legitieme reden achter. Bijvoorbeeld als je er al jaren werkt, je waarde hebt laten zien, maar nog nooit een verhoging hebt gekregen. Of als je goede resultaten kunt laten zien.
4. “Mijn huidige salaris is…”
Dit is een tricky situatie, want veel werkgevers vragen hier ook echt om tijdens het onderhandelen. Maar zodra je jouw huidige salaris deelt, zal een nieuwe werkgever hier vaak net boven gaan zitten. Dat is zonde, want juist bij een nieuwe baan kun je grote sprongen maken in je salaris.
Wat moet je dan antwoorden als ernaar gevraagd wordt? Zeg niet meteen bot dat je daar geen antwoord op wil geven, maar stel een vraag terug. Zeker als de banen wezenlijk van elkaar verschillen, is er geen reden om je salaris te noemen.
Zeg zoiets als: “Waarom wilt u dit weten? Aangezien de functies van elkaar verschillen, wil ik liever beoordeeld worden op basis van mijn kwaliteiten in plaats van mijn vorige salaris”. Denk eraan: je hebt het recht om niet aan het verzoek te voldoen als bedrijven naar een salarisstrook vragen. Aan de andere kant kun je natuurlijk ook gewoon keihard bluffen.