Elon Musk aangeklaagd na aankoop Twitter-aandelen
Een aandeelhouder van Twitter heeft Tesla-CEO Elon Musk aangeklaagd. Hij stelt dat de miljardair bewust de aandelenkoers van het populaire social media-platform kunstmatig laag hield en expres laat bekendmaakte een flink belang in het bedrijf te hebben.
Elon Musk is nu een van de grootste aandeelhouders van het populaire social media-platform Twitter. Dat gaat echter niet zonder slag of stoot, want de Tesla-topman (en rijkste man ter wereld) wordt nu aangeklaagd, omdat hij kunstmatig de beurskoers van Twitter zou hebben beïnvloed.
Elon Musk weet hoe te husselen
Elon Musk is niet zomaar extreem rijk geworden: hij weet hoe hij de markt moet bespelen. Dat gaat nu tot een rechtszaak komen. Hij kocht deze maand bijna 9 procent van de Twitter-aandelen, maar maakte dit pas na elf dagen bekend.
Een aandeelhouder heeft hem daarvoor aangeklaagd. Hij vertegenwoordigt een groep investeerders die tussen 24 maart en 1 april tegen ‘lage’ prijzen hun aandeel hebben verkocht. De koers van Twitter schoot echter weer omhoog na de bekendmaking van de aankoop van Elon Musk, waardoor hij flink winst maakte. Het geschatte bedrag is zo’n 156 miljoen dollar.
Twitter-freak Musk
Zijn enorme belang was zo groot dat hij ook recht had op een zetel in de raad van bestuur. Elon Musk wees deze plek overigens af. Waarom de topman de plek niet wilde innemen, blijft vooralsnog een raadsel. Desalniettemin is een flink aantal Twitter-werknemers blij dat hij niet plaats neemt. De multimiljardair deelde bijvoorbeeld (wederom) bizarre tweets met polls of Twitter de naam moest veranderen en of het platform wellicht ‘stervende’ was.
— Elon Musk (@elonmusk) April 7, 2022
In een e-mail aan werknemers stelt Twitter-CEO Parag Agrawal: “Elon Musk dient altijd te handelen op een positieve manier en in het belang van het bedrijf. Datzelfde geldt voor alle andere aandeelhouders van Twitter.” Maar ook hij is van mening dat het beter is dat de Tesla-CEO geen plek krijgt in de raad van bestuur.
De zaak wordt in ieder geval onder de loep genomen in de federale rechtbank in Manhattan, New York.