Coen Grutters Auto's & Motoren 31 mei 2023, 11:56

Leestijd: 3 minuten

Nieuwe BMW i5 wint het slechts op één punt van Tesla Model S

Vorige week trok BMW het doek van de nieuwste 5-Serie. Maar waar dat al de achtste generatie van de bekende fünfer is, onthulden de Duitsers ook de allereerste generatie van de BMW i5, in wezen een elektrische 5-Serie. De vraag is hoe deze EV zich verhoudt tot misschien wel ’s werelds bekendste elektrische sedan: de Tesla Model S.

De Tesla Model S is alweer bijna 11 jaar een bekende naam in autoland en nu pas verschijnt een serieuze tegenhanger van BMW. En dat terwijl ook de Beierse autobouwer vroeg van de partij was met de i3. Een compact, eigenzinnig en opmerkelijk getekende hatchback die zijn tijd in 2013 ver vooruit was. Sindsdien rolden er enkel nog EV’s uit de BMW-fabriek, die in eerste instantie ontworpen waren met een verbrandingsmotor. Denk aan de BMW i4 en iX3.

BMW i5 versus Tesla Model S

De BMW i5 zit er een beetje tussenin. De 5-Serie is niet puur als elektrische ontwikkeld, zoals de Tesla Model S dat wel is. Maar aan het design is duidelijk te zien dat de ontwerpers rekening hebben gehouden met een elektrische variant. Zo loopt de achterkant op aerodynamische wijze af, zoals we dat vaker bij EV’s zien die een strijd voeren met de luchtweerstand.

Maakt dit de eerste grote elektrische sedan van BMW een match voor de Tesla Model S? Laten we de twee modellen vergelijken: de Tesla Model S versus de BMW i5 M60 xDrive. We kiezen niet de bliksemsnelle Model S Plaid, maar de Dual Motor Long Range-uitvoering, omdat die qua prijs en specificaties dichterbij de BMW ligt.

BMW hoeft zich niet te schamen

Qua luchtweerstand troeft Tesla de BMW af. Met een luchtweerstandcoëfficiënt van minder dan 0,21 is de Model S dikkere vrienden met de windtunnel dan de i5. Met een coëfficiënt van 0,23 hoeft de BMW zich echter niet te schamen. Ter vergelijking: een moderne Volkswagen Golf heeft een luchtweerstandcoëfficiënt van ongeveer 0,27.

In de vierwielaangedreven BMW i5 ligt een 81,2 kWh-accupakket, waarmee je volgens de WLTP-meetmethode tot 516 kilometer ver kunt komen (582 kilometer in het geval van de goedkopere, achterwielaangedreven eDrive40-versie). Ook hier voert Tesla de boventoon met een WLTP-bereik van 634 kilometer (met de kleinere 19 inch velgen zelfs 723 kilometer). Snelladen kan de BMW i5 met 205 kW. Daarmee doet de i5 er zo’n 30 minuten over om van 10 naar 80 procent te laden. De Tesla kan tot 250 kW laden aan een DC-paal. 3-0 voor Tesla.

Tesla lijkt dominant

Dan het vermogen. Bij de BMW i5 M60 xDrive heb je een goede 600 pk onder je rechtervoet waarmee de EV in 3,8 seconden van 0 naar 100 kilometer per uur sprint. De topsnelheid ligt op 230 kilometer per uur. Hier delft de BMW eveneens het onderspit tegen de dominante Tesla Model S, die hetzelfde sprintje in 3,2 seconden doet, een vermogen heeft van zo’n 680 pk en pas bij 250 kilometer per uur stopt met accelereren. Ding, ding, ding voor Tesla. Wint de BMW het dan op prijs? Nee, ook dat niet. De BMW i5 M60 xDrive start bij ruim 108.000 euro. De Tesla Model S Dual Motor Long Range heb je voor zo’n 1.000 euro minder.

Toch is er één vlak waarin Tesla het aflegt tegen de BMW i5. Daarvoor moeten we in de auto’s stappen. Waar Tesla namelijk berucht is om zijn matige bouwkwaliteit (lees: oneven paneelnaden, eenvoudig interieur en vervelend stuur), worden de moderne BMW’s juist geroemd om hun exceptionele interieurkwaliteit. De binnenkant is toch waar je de meeste tijd doorbrengt en dus kun je je – als je ruim een ton aan een auto te besteden hebt – afvragen waar je meer waarde aan hecht.