Belastingaangifte 2022: zoveel spaargeld mag je ‘gratis’ bezitten
Mocht het je tot nu toe zijn ontgaan: het is tijd voor de Belastingaangifte 2022. Misschien niet je meest vreugdevolle klus, maar het kan een hoop geld schelen als je er even goed voor gaat zitten. Een belangrijk onderdeel: de spaarrekening en je vermogen. Hoeveel spaargeld mag je belastingvrij hebben?
Eerder spraken we al met belastingexpert Tosca Voogd van de BelastingBespaarders over welke documenten je het beste onder een laag stof vandaan kunt trekken, wat de eventuele voordelen zijn van fiscaal partnerschap en wat de meest gemaakte fouten zijn bij de belastingaangifte. Dan hoef jij niet in dezelfde val te trappen.
Spaargeld en vermogen in je Belastingaangifte 2022
Allereerst: je betaalt belasting over het vermogen, mits het vermogen groter is dan de vrijstelling. Onder vermogen valt bijvoorbeeld je spaargeld, crypto, beleggingen, contant geld (tel dat even goed na) of een tweede woning. Om te beginnen is de grens van vermogensbelasting – de vrijstelling dus – met ingang van 1 januari 2023 flink verruimd. Waar de vermogensgrens in 2022 nog gelijk was aan 50.650 euro, is dit vanaf 2023 opgeschoven naar 57.000 euro. Heb je een fiscaal partner? Dan mag je de genoemde bedragen verdubbelen.
In december 2021 zijn er de nodige veranderingen doorgevoerd omtrent de zogenoemde Box 3 heffing. Wat onveranderd is: de vermogensbelasting is in 2022 om precies te zijn 31 procent. Dat percentage betaal je níet over het gehele vermogen, maar alleen over het rendement. Omdat het voor de Belastingdienst tot nu toe niet mogelijk is geweest voor iedere Nederlander het werkelijke rendement te achterhalen, wordt er gewerkt met een fictief rendement.
Veranderingen omtrent vermogensbelasting
Tijdens de belastingaangifte van 2022 wordt er een overgangsregeling toegepast, legt Voogd eerder uit. De zogenoemde forfaitaire spaarvariant, waardoor vermogensbezitters dit jaar zelf kunnen besluiten volgens welke van de twee belastingmethodes zij belast worden.
De ‘oude methode’
Bij de oude methode wordt uitgegaan van een fictief rendement. Kort gezegd: hoe groter je vermogen, des te hoger het rendement. In dit systeem wordt er namelijk vanuit gegaan dat je een deel van je vermogen investeert in bijvoorbeeld beleggingen. Ben jij een spaarder en geen belegger? Dan betaal je vanwege lage spaarrentes eventueel te veel vermogensbelasting. Volgens de Hoge Raad is dit systeem oneerlijk, waarna dit eind 2021 is afgekeurd.
De ‘nieuwe methode’
Volgens de nieuwe methode wordt het vermogen grofweg uitgedrukt in die categorieën: spaartegoed, schulden en overige investeringen. Iedere categorie werkt met een ander fictief rendement. Heb je veel spaargeld, maar weinig andere investeringen? Dan betaal je minder vermogensbelasting.
Sparen of liever beleggen?
Klaar voor je Belastingaangifte 2022? Dan kun je gebruik maken van beide methodes en word je belast volgens de meest voordelige methode voor jouw situatie. Staat jouw vermogen op een spaarrekening en blijf je ver uit de buurt van beleggingen, dan kan de nieuwe methode je flink wat geld opleveren. Heb je een fiscaal partner? Dan mag je het vermogen in je Belastingaanfigte 2022 op de meest gunstige manier verdelen.
Niet te vergeten: je schulden mag je van het vermogen aftrekken. Daarbij wordt wel een drempel gehanteerd van 3.200 euro. Klinkt fiscaal partnerschap bekend in de oren? Dan geldt er een bedrag van 6.400 euro als drempel. Het bedrag bóven de drempel kun je dus aftrekken van het vermogen.
Zelf bereken welke methode voor jou het meest voordelig uitpakt bij de Belastingaangifte 2022? Gebruik dan deze rekentool van BerekenHet, of deze tool van de Belastingdienst.
Fiscaal partner in Belastingaangifte 2022: zo verdien je 2.534 euro